Hoofdmenu Beveiliging
Datacomm Elektronica

DATACOMM - WOORDENLIJST

INDEX
A - B - C - D - E - F - G
H - I - J - K - L - M - N
O - P - Q - R - S - T - U
V - W - X - Y - Z - 1
Inleiding
Deze woordenlijst geeft een overzicht van woorden, begrippen en afkortingen die regelmatig tot veel worden gebruikt in artikelen over datacommunicatie.

Uitleg die nog niet beschikbaar is wordt weergegeven met ... (een artikel met uitleg, geeft vaak aanleiding tot nieuwe vragen waar nog geen antwoord voor gevonden is). In de eerste opzet van deze pagina zijn er aanzienlijk meer vragen dan antwoorden. Naarmate het onderzoek vordert zal het aantal openstaande vragen afnemen.
- A -
ActiveX (D)
Bij het ontwerpen van webpagina's is er de mogelijkheid om met programmeertalen zoals Java objecten aan te maken en deze in webpagina's te bouwen. Vervolgens kunnen de webpagina en het object met elkaar communiceren.

AD (D)
Analoog naar digitaal omzetting van een signaal.

Adres (D)
Plaats waar de data wordt opgeslagen.

ASP (Active Server Pages) (D)
Een internetoptie van Windows, waarmee je webpagina's kunt aanmaken met scripts die op de server worden uitgevoerd ipv op de client.

Asynchroon (D)
Twee signalen zijn asynchroon wanneer de signalen niet dezelfde fase (niet gelijktijdig zijn) en bitsnelheid hebben.

ATM (D)
Bij een Asynchonous Transfer Mode (ATM) wordt de bandbreedte aangepast aan de vraag van de gebruiker.
- B -
Bandbreedte (D)
De bandbreedte bepaalt hoeveel informatie er in een bepaalde tijd verstuurd kan worden.

Bit (D)
Een bit is een binairy digit, het kleinste data-element in de infomatica en kan de waarde 0 of 1 hebben.

Breedband (D)
Breedbant is een neterktechnologie waarbij meer als 1 signaal over een kabel getransporteerd wordt.

Bus (D)
- Een rij met uitbreidingsslots in een computer.
- Netwerkopologie waarin de knooppunten op een doorlopend stuk kabel zijn aangesloten.

Byte (D)
Een byte bestaat uit 8 bits. Data wordt doorgaans in bytes verwerkt. Een byte heeft 256 waarden.
- C -
CAPI (D)
Common ISDN Application Program Interface.

CRC (D)
Cyclical Redundancy Check, methode waarbij na verzending de optelsom van alle verzonden bits wordt vergeleken.

Cross cable (D)
Indien de kleurstelling van de aders op de RJ45 connectors op de uiteinden van de kabel niet gelijk is spreekt men van een cross cable. Deze kabel is bijvoorbeeld nodig als een IP camera direct op een netwerkkaart wordt aangesloten.
- D -
DA (D)
Digitaal naar analoog omzetting van een signaal.

Data (D)
Digitale informatie.

Daisy-chaining (D)
Het doorlussen van hubs. Er kunnen maximaal 3 hubs in een busstructuur op elkaar aangesloten worden.

Data-packet (D)
Een stukje van de totale informatie die verstuurd wordt. Deze pakketjes kunnen verschillende routes volgen voordat de op hun bestemming komen. Op de bestemming worde de data-pakketjes weer samen gevoegd.

Demilitarized Zone (D)
Een door de firewall gecreeerde zone in het netwerk waar bijvoorbeeld web- en mailservers staan die met de buitenwereld communiceren. Een mogelijke hackersaanval blijft dan beperkt tot de e-mailvoorziening of website.

Demultiplexen (D)
De samengevoegde signalen uit elkaar halen.

DNS (D)
Domain Name Service. DNS zorgt er voor dat gebruikersvriendelijke namen kunnen worden gebruikt inplaats van ip-adressen. Een IP adres bestaat uit een aantal cijfers (bijvoorbeeld 192.168.001.032) Om iet een lange reeks cijfers te moeten houden wordt deze in een DNS server omgezet naar een naam (bijvoorbeeld electro-fiction.nl).

Download (D)
Als informatie van een andere computer op de eigen computer wordt binnen gehaald.

DSL (D)
Digital Subscriber Line (digitale huurlijn). Er diverse soorten zoals ADSL, HDSL, R-ADSL, SDSL en VDSL.

DTE (D)
Data Terminal Equipment.

Dynamisch ip-adres (D)
Bij opstarten van de modem wordt een nieuw ip-adres gegenereerd.
- E -
Echo-cancellation (D)
Bij echo-cancellation wordt over 1 aderpaar voor zowel de heen- als de terugweg de volle bandbreedte gebruikt. De signalen lopen dus door elkaar heen. De ontvangstzijden krijgen dus het signaal van de andere zendzijde, maar ook van de eigen zendzijde (de echo).

Aan beide zendzijden wordt het eigen zendsignaal door een inverter geleid en net zo groot gemaakt als het eigen echo-signaal. De geinverteerde signaal en het echo-signaal worden bij elkaar opgeteld, waardoor het echo-signaal wordt opgeheven.

EDI (D)
Electronic Data Interchange.

Extranet (D)
Een verbinding tussen twee netwerken die zich op verschillende locaties bevinden. Hiervoor wordt meestal een particuliere backbone of internet gebruikt.
- F -
FDM (D)
Bij Frequency Division Multiplexing (FDM) heeft elk signaal een eigen aparte draaggolf. De signalen bevinden zich hierbij naast elkaar in frequentie. Bij hogere frequenties neemt de demping sterk toe.

Firewall (D)
Een Firewall beschermt genetwerkte computers tegen inbraak/insluip die de vertrouwelijkheid of betrouwbaarheid van gegevens, of toegang tot en gebruik van deze computers.

Firewalls kunnen zowel in software als in hardware worden uitgevoerd. Firewalls kunnen worden onderverdeelt in vier groepen: "packet filters", "circuit level gateways", "application level gateways" en "stateful multilayer inspection firewalls".

Er bestaan verschillende typen firewalls. Per situatie moet worden beoordeeld welke firewall het meest geschikt is. Daarbij speelt ook risico (kans en omvang schade) een rol.

FTP (D)
File Transfer Protocol is de meest gebruikte methode voor transport van bestanden via internet.

Full-duplex (D)
Bij Full Duplex is er communicatie gelijktijdig in beide richtingen.
- G -
Gateway (D)
...
- H -
Half-duplex (D)
Bij Half Duplex is er communicatie in 2 richtingen maar NIET gelijktijdig.

HDLC (D)
High level Data Link Control.

HDSL (D)
High-bit-rate Digital Subscribe Lines. Bij gebruik van HDSL-modems gaat het 2Mbps-signaal over 3 twisted aderparen. Het signaal wordt gemultiplext en verdeeld over de 3 aderparen en daarna gedemultiplext. Hierdoor hoeft er minder geregenereerd te worden.

Over dezelfde 3 aderparen gaan de signalen zowel heen als terug, door elkaar heen. Deze techniek heet (echo-cancellation) echo-onderdrukking en wordt ook gebruikt bij analoge modems en bij ADSL. Bij 2 twisted aderparen is de maximale bandbreedte 1,5MB.

Host (D)
Computer in het netwerk die de applicaties draait.

HTML (D)
HyperText Markup Language. Dit is de taal waarmee documenten worden aangemaakt voor publicatie op internet.

HTTP (D)
HyperText Transfer Protocol. Het protocol dat op het Word Wide Web wordt gebruikt voor het versturen van HTML pagina's van servercomputers naar clientcomputers.

Hub (D)
...
- I -
IDE (D)
Integrated Drive Electronics. Er zijn twee verschillende harde schijven. IDE en SCSI. IDE wordt meestal in computers toegepast. Deze zijn goedkoop en flexibel.

Interface (D)
Geheel van regels en conventies die van toepassing zijn op alle communicatie van een netwerklaag met de net hogere of lagere laag.

Internet (D)
Een enorm, wereldwijd netwerk, dat weer bestaat uit kleinere netwerken.

IP (D)
Internet Protocol (IP). Het huidige IP-protocol is IPv4. Dit maakt voor het herkennen van apparaten vier getallen van 0 t/m 255. Daarmee zijn 4.294.967.296 combinaties mogelijk. Bij IPv6 zijn er 340.282.366.920.938.463.463.374.607.431.768.211.456 mogelijkheden.

IPv6 is ontwikkeld door de Internet Engineering Task Force (IETF) omdat de beschikbare IP-adressen binnen enkele jaren op dreigen te raken. Dit betekent dat op termijn alle huidige IP-nummers vervangen moeten worden en dat aanpassing van de hardware en software noodzakelijk is, met de daarbij behorende kosten.

Voordeel is dat niet voor elke gebruikerssessie een nieuw nummer toegekend moet worden, maar gewerkt wordt met een nummer dat een jaar of langer hetzelfde blijft. Tevens verdwijnen de interne IP-nummers die veelal aan apparatuur op lokale netwerken wordt toegewezen. Ieder apparaat krijgt dan een uniek IP-nummer, deze apparatuur moet dan wel geschikt zijn voor IPv6.

Het is mogelijk dat beide protocollen gebruik maken van het zelfde fysieke netwerk, mits goed geimplementeerd en aan enkele adresrestricties wordt voldaan. Ook is het mogelijk om alle IPv4 verkeer in te pakken in een IPv6 pakketstroom en deze transparant over een IPv6 netwerk naar een andere locatie te leiden via een zogenaamde tunnel. Het omgekeerde, een IPv6 tunnel in een IPv4 netwerk is ook mogelijk.

Intranet (D)
Een neterk dat lijkt op internet, maar alleen toegankelijk is vanuit het interne netwerk van een bedrijf of andere organisatie. Op de meeste intranetten wordt gebruik gemaakt van de interface van het WWW Word Wide Web voor het verspreiden van informatie onder de gebruikers van het netwerk.
Intranet gebruikt dezelfde protocollen en software als internet: TCP/IP, HTTP, HTML en webserver programma's maar is niet verbonden met het Internet. Intranetten worden gebruikt voor het aanmaken van interne homepagina's, die wel toegankelijk zijn vanaf het LAN van een bedrijf, maar niet vanuit de buitenwereld.

Intrusion Detection System (D)
Detecteert ongeautoriseerde toegang tot een informatiesysteem of netwerk.

ISP (D)
Internet Service Provider.
- J -
JAVA (D)
Dit is een programmeertaal welke veel op internet gebruikt wordt.
Hiermee worden programma's geschreven die op een computer worden uitgevoerd ipv. op de webserver. De webserver wordt hierdoor minder belast en met JAVA is meer mogelijk op het gebied van interactieve webpagina's.
Deze JAVA webprogramma's worden ook wel Applets genoemd, omdat het eigenlijk geen zelfstandige programma's zijn. Een applet kan enkel worden uitgevoerd op een webbrowser waarop ondersteuning van JAVA is ingeschakeld.
- K -
Kabelmodem (D)
In grote delen van het land bieden de locale kabel aanbieders de mogelijkheid om via de reeds bestaande televisie kabel toegang te bieden tot internet. Kabelmodems kunnen een extreem snelle download snelheid behalen. De snelheid kan oplopen tot 10Mbps maar een nadeel hiervan is dat alle gebruikers van een bepaald deel deze snelheid moeten delen (overboeking). Kabelmodems zijn asymmetrisch (net als ADSL) en zijn dus alleen geschikt voor die toepassingen waar veel meer data ontvangen dan verzonden wordt. Upload snelheden varieren van 28.8Kbps tot 256Kbps.
- L -
LAN (D)
Een Local Area Network (LAN) bevindt zich in een gebouw.

LAP-B (D)
Link Access Protocol for the X.25 interface. Dit protocol geeft toegang tot de data-link-verbinding die via het D-kanaal opgebouwd wordt. Het protocol is afegeleid van het HDLC-protocol.

LAP-D (D)
Link Access Protocol for the D-channel

Loopback (D)
Loopback testen worden toegepast om fouten te loaliseren en te verifieren. Er zijn drie typen loopback-testen:
Volledige loopback
Een volledige loopback vindt plaats binnen de fysieke laag en heeft betrekking op de volledige bitstroom. Bij het loopback punt zal de informatie onveranderd worden teruggezonden naar het zendende station.

Gedeeltelijke loopback
Ook een gedeeltelijke loopback vindt plaats binnen de fysieke laag. Het terugzenden van de ontvangen informatie bij het loopback punt heeft dan alleen betrekking op het gespecificeerde deel van de informatie.

Logische loopback
Een logische loopback reageert alleen op bepaalde informatie binnen een of meerdere gespecificeerde kanalen. De teruggezonden informatie kan hierbij worden veranderd. Het loopback mechanisme bevindt zich hierbij op de data-link laag.

Deze drie loopback testen kunnen nog verdeeld worden in een transparante loopback en een niet transparante loopback.
Bij een transparante loopback is de informatie op het loopback punt gelijk aan de informatie die de gebruiker ontvangt.
- M -
Medium (D)
Als medium voor het transport van signalen kan gebruik gemaakt worden van:
- Parenkabel (twisted pair)
- Coaxkabel
- Glasvezelkabel
- Straalverbindingen
- Satelliet

ML-PPP (D)
Bij Multilink-PPP (ML-PPP) protocol worden beide ISDN B-kanalen gebruikt om de dubbele (2*64Kbps = 128Kbps) bandbreedte te krijgen. Hierbij wordt er vanuitgegaan dat de ISP het ondersteund. Hiermee kunnen grote bestanden twee keer zo snel worden opgehaald (tegen dubbele telefoonkosten). Bij pseudo-multilink mode worden twee ISP's ingesteld en bij hoge belasting wordt een verbinding naar de tweede ISP opgezet.

Multiplexen (D)
Door middel van multiplexing worden twee of meer informatiestromen samen gevoegd tot een gezamenlijke informatiestroom met een hogere bitsnelheid, wat dus ook een grotere bandbreedte betekend. Multiplexing geeft op lange afstanden een besparing in het aantal benodigde aderparen. Er zijn de volgende muliplexing technieken:
SDM = Space Division Multiplexing
FDM = Frequency Division Multiplexing
TDM = Time Division Multiplexing
- N -
NAT (D)
...

Netbeui (D)
...

Novell (D)
...
- O -
OS (D)
Operating Systeem.

- P -
pcAnywhere (D)
pcAnywhere is een software pakket dat het mogelijk maakt om vanaf afstand op een computer te werken via een telefoonverbinding of netwerk.

PCM (D)
Puls Code Modulatie (PCM) wordt o.a. gebruikt om spraak te digitaliseren bij ISDN.

Peer to Peer (D)
Een netwerk waarin iedere computer een server kan zijn als dit zo uitkomt.

Ping (D)
...

Plesiochroon (D)
Twee signalen zijn plesiochroon wanneer ze bijna gelijktijdig zijn, dus bijna in fase lopen. Verder moet de bitsnelheid bijna gelijk zijn. De signalen lopen dus bijna sychroon maar hebben afzonderlijke klokfrequenties.

PPP (D)
Point to Point Protocol. Dit is de meest gebruikte manier om verbinding met internet te maken en toegang te krijgen tot het World Wide Web.

POP (D)
Post Office Protocol. POP3 is de meest gebruikte versie. Een pop3 accepteert u E-mail en deze op zelfs wanneer u niet verbonden met een netwerk. Nadat u ingelogd bent op de server kunt u, uw mail ophalen. De meeste E-mail programma's verzenden en ontvangen de mail voor u zonder dat u het merkt. Maar voordat dit kan gebeuren moet de naam van de SMTP en POP3 op de server ingesteld worden.

Protocol (D)
Geheel van regels en conventies van toepassing op alle communicatie van een netwerklaag met een zelfde laag van een ander systeem.
- Q -
QoS (D)
Quality of Service zorgt er voor dat datastromen, zowel inkomend als uitgaand, met een instelbare prioriteit worden behandeld. Zo kan er voor worden gekozen om video- of signaalinformatie voorrang te geven op bijvoorbeeld de e-maildatastroom.
- R -
Router (D)
Bij gebruik van een ISDN-router kunnen 2 netwerken (LAN) aan elkaar gekoppeld worden. Op elk netwerk moet dan een router aangesloten worden. Moet de informatie op het eigen netwerk blijven, dan doet de router niets. Is de informatie voor een ander netwerk bestemd, dan maakt de router contact met de router van het andere netwerk.
- S -
Sample (D)
Een deel van de informatie.

Scripts (D)
Java werkt goed, maar heeft als nadeel dat je er speciale programmeergereedschappen voor nodig hebt. Bij schripts is dit niet nodig. Scripts zijn eenvoudige programma's die direct kunt opnemen in het HTML document. Scripts zijn langzamer dan Java applets, maar zijn eenvoudiger te maken en gebruiken.

SCSI (D)
Small Computer System Interface. Er zij twee verschillende type harde schijven. IDE en SCSI. SCSI harde schijven hebben diverse voordelen, maar zijn ook iets duurder. De prestaties en betrouwbaarheid van zijn beter.

SDM (D)
Bij Space Division Multiplexing (SDM) heeft elk signaal zijn eigen aderpaar. De signalen bevinden zich dus naast elkaar in de ruimte (space). Eigenlijk is dit geen multiplexing, omdat het bij multiplexing eigenlijk om het besparen van aderparen gaat.

SDSL (D)
Single-line Digital Subscriber Lines (SDSL) heeft dezelfde capaciteit als HDSL maar heeft slechts een twisted aderpaar nodig. De afstand waarbij SDSL gebruikt kan worden is 3,5km.

Server (D)
...

Simplex (D)
Bij simplex is er slechts communicatie in 1 richting mogelijk.

SMTP (D)
Simple Mail Transfer Protocol. SMTP voorziet in opslag en vervoer van E-mail. SMTP wordt gebruikt om de E-mail naar de mail server te sturen. POP3 wordt gebruikt om E-mail van de mail server te ontvangen.

Statisch IP-adres (D)
Vast IP adres.

Subnet
Het communicatiedeel van het netwerk, dat zorgt voor de uitwisseling van berichten tussen hosts.

Synchroon (D)
Bij synchrone seriele communicatie volgende de bytes van een bericht elkaar direct op. Verder zijn twee signalen synchroon wanneer ze de zelfde fase (gelijktijdig zijn) en bitsnelheid (frequentie) hebben. Dit zijn meestal signalen die van dezelfde klokfrequentie zijn afgeleid.
- T -
TCP/IP (D)
Transmission Control Protocol / Internet Protocol. TCP/IP is het protocol dat gebruikt wordt op het internet. Het is een open protocol, dat geen eigendom is van een bepaalde organisaite of bedrijf. Alle hard- en software kan gebruik maken van TCP/IP.
Het TCP/IP protocol wordt ook veel gebruikt bij locale netwerken, zeker wanneer het grote netwerken betreft verspreid over meerdere gebouwen.

TDM (D)
Bij Time Division Multiplexing (TDM) krijgt elk signaal een slot toegekend. De signalen bevinden zich als het ware naast elkaar in tijd. Bij digitale netwerken wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van TDM.

Bij TDM kunnen de toegepaste multiplexers met bit- of byte-interleaving werken. Bij byte-interleaving wordt steeds per kanaal 1 byte gemultiplexed. Bij bit-interleaving is dit per kanaal 1 bit.
Verder kan bij TDM een onderscheid worden gemaakt tussen synschrone- en asynchrone (statische) multiplexing.

TDM vereist vereist een bitsnelheid van 192kbit/s in beide richtingen. Dit komt overeen met een totale snelheid van 400kbit/s. Dit geeft beperkingen op de te overbruggen afstand, omdat de demping boven de 200kHz sterk toeneemt.

Telefax (D)
Telefax is een internationale dienst, waarmee abonnees correspondentie kunnen uitwisselen in de vorm van documenten. Deze documenten bestaan uit Facsimile-gecodeerde informatie.

Teletex (D)
Teletex is een internationale dienst, waarmee abonnees correspondentie kunnen uitwisselen in de vorm van documenten. Deze documenten bestaan uit Teletex-gecodeerde informatie.

Terminal (D)
Een terminal zorgt dat de informatie aan een digitaal systeem kan worden toegevoegd. Een terminal kan bijvoorbeeld een toetsenbord met beeldscherm zijn om informatie te kunnen invoeren in een computer. Maar ook een ISDN telefoontoestel is een terminal.

Telnet (D)
...
- U -
Upload (D)
Bij een upload wordt er data van jouw computer naar een andere computer gestuurd.
- V -
V.110 (D)
V.110 is een "rate adaption protocol". Het staat toe dat de datasnelheid wordt gereduceerd naar snelheden die door veel standaard terminals (DTE, Data Terminal Equipment) worden gebruikt. Zo zijn snelheden van bijvoorbeeld 9600, 19200 en 38400 bps mogelijk.

Helaas is 38400 bps ook de maximale snelheid. Sommige oudere BBS'en gebruiken nog snelheden onder 64 kbps. Zij worden dan vaak verbonden met het ISDN-netwerk via het V.110 protocol.

VDSL (D)
Very-high-data-rate Digital Subscriber Lines (VDSL) geeft voor upload een bandbreedte van 2,3MB en download van 52MB. De maximale afstand is 350m.

Verbinding (D)
Een verbinding kan unidirectioneel, bidirectioneel symmetrisch of bidirectioneel asymmetrisch zijn.
Bij een unidirectionele verbinding loopt de informatiestroom maar een kant op.

Een bidirectionele symmetrische verbinding heeft informatie in beide richtingen en waarbij de eigenschappen zoals bitsnelheid gelijk zijn.

Een bidirectionele asymmetrische verbinding heeft ook informatie in beide richtingen, maar de eigenschappen van het signaal zijn niet gelijk.

Een verbinding kan circuitgeschakeld of pakketgeschakeld zijn.

VLAN (D)
Virtual Local Area Network. Een intelligente switch deelt het fysieke netwerk op in meerdere Virtual LANs. PCs kunnen dan worden aangesloten op het ene VLAN en de beveiligingssystemen op een andere VLAN.

VPN (D)
Virtuele Particuliere Netwerkverbinding is een beveiligde verbinding tussen 2 computers of netwerken via internet. VPN maakt gebruik van een speciaal protocol, dat PPTP wordt genoemd. PPTP is Point-to-Point Tunneling.



VTA (D)
De Virtual TA (VTA) maakt het mogelijk om elke (Windows 98/Millennium/2000) computer in het netwerk toegang te geven tot een "virtuele'" ISDN Terminal Adapter. Bij het gebruik van de VTA lijkt dus alsof in elke computer dan een ISDN kaart aanwezig is.

Met de VTA heeft elke computer de mogelijkheid om CAPI-gebaseerde externe toegangs-, EuroFile Transfer-, spraak- en faxapplicaties te benutten.
- W -
WAN (D)
Word(Wide) Aray Network

WLAN (D)
Wireless Local Area Network. Dit is gelijk aan LAN, maar dan zonder bekabeling.
- X -
X.21 (D)
X.21 wordt gebruikt bij circuit-switching-datanetwerken.

X.25 (D)
X.25 is een data protocol, waarbij de overdracht van data wordt bewaakt. Dit protocol kan synchroon of a-synchroon werken. Dit protocol wordt toegepast bij Datanet-1. Datanet-1 is een packet-switching-datanetwerk.

Het X.25 protocol maakt Unidata Datanet-1 zeer toegankelijk. Het heeft een wereldwijd bereik, maar het zorgt er ook voor dat verschillende systemen zonder problemen met elkaar kunnen communiceren. Zowel PC's, minicomputers als mainframes kunnen met elkaar communiceren.

X.30 (D)
...

X.31 (D)
X.31 beschrijft de koppeling tussen een ISDN netwerk en een pakketgeschakeld netwerk. Deze aanbeveling beschrijft welke functies door welke netwerken moeten worden gerealiseerd, zodat packet-mode terminals op een ISDN-netwerk kunnen worden aangesloten.

X.75 (D)
Het X.75 protocol is een veelgebruikt "data link layer protocol" en is de standaard voor het inbellen op een BBS. Het protocol ondersteunt maar één snelheid, namelijk 64 kbps. Bij het X.75 protocol worden gegevens in pakketjes verstuurd, zoals dat ook bij het Point-to-Point protocol wordt gedaan. Het is oorspronkelijk ontwikkeld om X.25 netwerken te koppelen.

X.200 (D)
OSI-referentiemodel voor datacommunicatie. Het referentiemodel voor ISDN is hier opgebaseerd en wordt aangeduidt als ISDN Protocol Referentie Model (ISDN PRM). Omdat ISDN een B-kanaal en D-kanaal heeft is ISDN PRM niet gelijk aan het OSI-referentiemodel.

Xmodem (D)
...
Aanvullende informatie is te vinden op http://www.ming-automatisering.nl/Definities/definitiesd.htm
- Z -
Zigbee (D)
Het Zigbee protocol (IEEE802.15.4) geeft componenten de mogelijkheid elkaars signaal door te geven waardoor altijd de meest ideale route wordt gebruikt voor communicatie.

Talloze grote fabrikanten ondersteunen deze met encryptie beveiligde communicatie methode. Een belangrijk voordeel van Zigbee is een minimale energieconsumptie, waardoor draadloze componenten vele jaren op een batterij kunnen werken.

De maximale bandbreedte (theoretisch) is 200kbps.Belangrijk hierbij is wel het energieverbruik van het apparaat zelf dat gebruik maakt van een Zigbee verbinding. Een camera bijvoorbeeld is niet geschikt, omdat de bandbreedte te laag is en de camera zelf veel energie gebruikt.

- 1 -
10/100BaseT (D)
...

ELECTRO-FICTION Website
. Auteur: Wim Klein
. Update: 17-2-2008